groots

{{groots}}{{/term}}

1 [prachtig] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 grandiose⇒ magnifique 〈bijwoord〉 magnifiquement

2 [indrukwekkend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 sublime; 〈bijwoord〉 sublimement

3 [trots] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 fier/fière (de)

♦voorbeelden:

1   groots leven • mener la grande vie

2   een grootse gedachte • une pensée sublime

     een grootse onderneming • une entreprise ambitieuse

     een grootse plechtigheid • une cérémonie fastueuse

     een campagne groots opzetten • orchestrer une campagne

     zij werden groots onthaald • ils furent reçus en grande pompe

     hoe vond je het? groots! • comment c'était? super!

3   't is groots volk • ce sont des gens fiers

     〈pejoratief〉 zich te groots voelen om • se sentir trop important pour

Deens-Russisch woordenboek. 2015.